Verhaal

Hendrik Laskewitz kwam op 11 september 1858 in Leeuwarden ter wereld. De zoon van Bauke Laskewitz (1819-1865) en Akke de Boer (1823-1870). Het leven van Hendrik zou niet op rolletjes gaan en uiteindelijk zit hij meer in het gevang dan dat hij buiten is. Daarnaast blijkt wel hoe de levensomstandigheden was van hem. Het was pure armoede en overleven en dus pakken wat je pakken kunt. Ook al brengt dat risico’s met zich mee.

In 1878 werd hij militair in Utrecht. Daarna werd hij vanwege artikel 55 voor altijd afgekeurd. Tijdens zijn militaire dienst lijkt het dat hij voor het eerst in aanraking kwam met Justitie. In 1879 verliet hij op 22 september de strafgevangenis in Hoorn. Hij kwam weer even in Leeuwarden terecht. Maar al vrij snel werd hij wederom veroordeeld.

In de Leeuwarder Courant van 17 december 1879 doet de heer H. de Boer een oproep om geen zaken te doen met Hendrik. Deze heer de Boer lijkt zijn voogd te zijn maar is niet van plan om te betalen wanneer hem iets is uitgeleend of geborgd.

Op 21 december 1879 moest hij zich weer melden n de strafgevangenis van Hoorn. Ditmaal vanwege “diefstal van goed waarbij hij op Schildwacht was gesteld”. Hij kreeg van de Tuchtraad 2 jaar kruiwagenstraf opgelegd.

Veel heeft hij er niet van geleerd want op 26 november 1881 veroordeeld de rechtbank in Leeuwarden hem voor 3 jaar gevangenisstraf vanwege diefstal. Hij kon zich op 3 december van 1881 zich wederom melden in de strafgevangenis van Hoorn. Waarschijnlijk net weer op vrije voeten en geen geld en onderkomen waardoor hij genoodzaakt was om te gaan bedelen. Voor het bedelen werd hij opgepakt en word door de Rechtbank van Assen veroordeeld tot 3 maanden eenzame opsluiting. Hij moet zijn straf vanaf 3 februari 1885 uitzitten in cel nummer 20 van de strafgevangenis in Goes (Zeeland). Na het uitzitten van zijn straf vertrekt hij weer naar Leeuwarden.

Op 5 september 1885 trouwt hij met de 45 jarige Gertje Streekstra (1839-1916). Ze gaan wonen aan het Noordvliet 249 te Leeuwarden. In deze periode blijft hij 8 jaar uit de gevangenis. Pas in 1893 werd hij gepakt voor verduistering. Op 18 november veroordeelde de Rechtbank van Leeuwarden hem tot 6 maanden detentie.  Tijdens een hoger beroep op 25 november wederom veroordeeld tot 6 maanden. Alleen nu werd bewezen geacht dat hij 3 maal had verduisterd. Hij deed dit niet alleen maar samen met zijn schoonzus, Frederika Streekstra (1829-1905). Hij werd naar de strafgevangenis in Breda gestuurd en waar zij is geplaatst is onbekend.

Op 8 oktober 1894 overleed zijn vrouw op 55 jarige leeftijd te Leeuwarden. Na zijn vrijlating uit de strafgevangenis van Breda hebben zij nog een aantal maanden met elkaar kunnen doorbrengen.

Op 10 april 1895 veroordeeld de Rechtbank van Leeuwarden Hendrik voor 1 maand gevangenisstraf. Dit vanwege diefstal die hij gepleegd heeft. Op 4 mei van 1895 mocht hij zijn straf uitzitten in de strafgevangenis van Groningen. Na zijn straf keerde hij terug naar Leeuwarden.

Het vinden of behouden van werk werd steeds lastiger. Ook het hebben van een onderkomen werd een probleem. In Leeuwarden was er niemand die op hem wachtte zin vrouw was als overleden en kinderen had het stel niet. Blijkbaar zat de familie ook niet op hem te wachten zodat zij hem onderdak konden verschaffen. Op 28 april 1898 veroordeeld de Rechtbank in Heerenveen hem voor bedelarij. Hij krijgt hiervoor 2 dagen hechtenis en 3 jaar opzending. In aller waarschijnlijkheid heeft hij deze straf uitgezeten in de Rijks Werk Inrichting (RWI) te Veenhuizen.

In 1905 duikt hij weer op in Leeuwarden. Hij was gekomen uit Oudega (Smallingerland). Hij gaat als kostganger op het adres Amelandsestraat 15 te Leeuwarden wonen.

In 1905 pleegt hij zijn ernstigste misdrijf in zijn leven. Hij verkracht iemand en de Rechtbank van Leeuwarden veroordeeld hem op 23 september 1905 tot 3 jaar gevangenisstraf. Op 20 oktober is hij begonnen met zijn straf uit te zitten in de strafgevangenis van Groningen.

Na zijn vrijlatingen in 1908 is hij nog 8 keer veroordeeld geweest voor landloperij. Hij heeft hiervoor tussen de 2 en 3 jaar per veroordeling in een Rijks Werk Inrichting moeten verblijven. Het is aannemelijk dat dit Veenhuizen of Hoorn moet zijn geweest gelet op het feit dat alle veroordelingen voor landloperij werden gedaan door de Rechtbank van Leeuwarden.

Na zijn vrijlating in 1918 heeft hij een inbraak gepleegd en werd hij hiervoor gepakt. De rechtbank van Leeuwarden veroordeelde hem tot 4 maanden gevangenisstraf.

In 1927 toen hij wederom uit een Rijks Werk Inrichting was vrijgelaten probeerde hij toch weer zijn leven op de rit te krijgen. Hij kreeg zelfs een baan als arbeider bij mw. B. Aning aan de Burmaniastraat nummer 4. Lang heeft hij dit werk niet behouden want amper 4 weken later op 5 oktober 1927 veroordeelde de Rechtbank van Leeuwarden hem voor bedelarij. Hij werd wederom voor 3 jaar naar Rijks Werk Inrichting van Veenhuizen gestuurd. In 1929 werd hij nog eenmaal veroordeeld voor landloperij.

Na zijn straf ging hij op 7 november 1932 wonen in de Stadsverzorgingshuis aan de Haniasteeg nummer 7 te Leeuwarden. Hier heeft hij nog iets minder dan 2 jaar onbezorgd kunnen leven. Op 27 januari 1934 overleed Hendrik in het Stadsverzorgingshuis.

Genealogie

Familiekaart van Hendrik Laskewitz.