Doede Jeep van der Meulen is opgegroeid in een Weeshuis te Workum. Nadat zijn moeder Jetske de Vries in 1904 overleed kwam hij in een weeshuis terecht.
Op workuminbeeld.nl staat het volgende:
Op 1 mei 1915 heeft de laatste wees het stadsburgerweeshuis in Workum verlaten. Dat was een meisje, dat al lang niet meer In de stad woont. Een klein jaar er voor had Doede Jeep van der Meulen het weeshuis verlaten; hij was bloemist in Workum en de laatste Workumer, die in het tehuis is opgegroeid.
Van de 67 jaar, die- hij oud is, heeft hij tien jaar in het weeshuis doorgebracht. Hij verbleef er met nog acht jongens en meisjes,, waaruit duidelijk blijkt, dat het tehuis in zijn jeugd lang niet weer zo noodzakelijk was als bij de stichting, want toen werd bet opgezet voor veertig weeskinderen. De heer Van der Meulen denkt met grote dankbaarheid terug aan de vader en moeder van het weeshuis, Meindert de Boer en zijn echtgenote. Het echtpaar De Boer paste inderdaad als vader en moeder op de weeskinderen. Daarom zeiden de kinderen van de familie Van der Meulen later ook ,pake en beppe” tegen hen.
De heer Van der Meulen is dus dankbaar, al heeft hij het altijd als een groot gemis gevoeld, dat hij niet in een normaal gezin is opgegroeid. De reglementen van het huis brachten mee, dat zij dadelijk uit school thuis moesten komen. Zij speelden dan veilig in de grote weeshuistuin. Het was natuurlijk om die veiligheid begonnen, maar dit betekende meteen, dat de wezen altijd in afgeslotenheid en nooit met andere kinderen speelden. Dat gaf ondanks de sterke onderlinge band tussen de weeskinderen toch een gevoel van vereenzaming. Ook de uniforme kleding, al was het dan geen uniform werkte het gevoel van “buitenbeentje’’ te zijn in de hand. Het gevolg is geweest, zegt de heer Van der Meulen, dat ik nog al lang werk heb gehad om mij volledig thuis te voelen in de gewone maatschappij. ‘’Maar dat kan natuurlijk ook aan mij hebben gelegen’’
Familiekaart van Doede Jeep van der Meulen.
Geef een reactie