Verhaal

De Hiddema-State stond ten zuiden van Hempens in de buurtschap Zuiderburen, gemeente Leeuwarden.

Geschiedenis

Waarschijnlijk is de “Hiddema-State gebouwd in de 13e eeuw. Keiharde bewijs is hier niet voor.

In de “tegenwoordige staat der Vereenigde Nederlanden, veertiende deel, vervattende het vervolg der beschryving van Friesland uit 1787” staat het volgende beschreven over Hiddema-Sate.

“Hempens ligt niet verre van het Hempenser Meer en de lage landen van Tietjerksteradeel, waar door het zeer visch- en vogelrijck is. De kerk deezer plaats is ter eere van Sint Maarten gesticht, door twee zusters, woonachtig op Hiddema-State, onder deezer parochie. Het Hempenser Meer is onder anderen zeer bekend wegens het verdrinken der Doopsgezinden, in de Spaansche Tyden. Hempens telt 13 stemmen”.

In 1698 zijn de heren Sjuck Gerrolt en Taco van Burmania als curatoren over jonker Duco Gerrolt van Burmania, heer van Camminghaburch, in het bezit van de het stemrecht dat op deze state rust. In 1700 staat Duco Gerrolt zelf als eigenaar vermeld in het floreenkohier. Gebruiker is dan Pijtter Broers. Of de state dan nog bestaat wordt er niet bij vermeld, maar waarschijnlijk was die toen reeds verdwenen.

Pieter Annes Boersma

In de 19e eeuw werd de boerderij bewoond door de destijds in West-Europa alom bekende veehandelaar Pieter Annes Boersma, ook wel Pieter Annes van Hempens genoemd. Hij verhandelde veel Fries rundvee naar Holland en exporteerde rundvee naar diverse landen. Naar Engeland zelfs zoveel dat hij in Londen een eigen makelaar had aangesteld. Maar ook trok hij ieder jaar “met eene onoverzienbare menigte” kalveren naar Drachten, waar hij ze verkocht aan Pruissische handelaren die ze naar Polen vervoerden. Boersma werd een rijk man door deze handel, hoewel hij de lagere school nooit had afgemaakt en niet kon lezen of schrijven. Hij en zijn vrouw Akke Sippes de Haan waren meer dan 65 jaar getrouwd maar hadden geen kinderen. Zijn neefje Betze de boer kwam als “Lytsfeint” (arbeider) op de boerderij te werken. Toen hij op 12 juni 1904 kwam te overlijden deed hij de boerderij, vee en land over aan zijn neef Betze de Boer die al een zeer lange tijd bij hem werkte. Ook kreeg zijn neef fl. 40.000,- in contanten. Zo kwam het dat Betze op 50 jarige leeftijd alsnog een zelfstandige boer werd.

Aangezien hij meer als 50 jaar kerkvoogd was van de kerk in Hempens kon ook de kerkvoogdij een forse legaat ontvangen van fl. 20.000,-. Daarnaast kregen de diaconieën van Leeuwarden, Huizum, Hempens, Goutum, Wartena, Wirdum en Warga elk fl. 10.000,-.

Schoolplaat Cornelis Jetses

De schoolplaat “Hein en Mientje tijdens het kaasmaken” is vervaardigd door Cornelis Jetses rond 1904 op boerderij Hiddema State. Op de plaat staan Betze de Boer (Rieks) en Klaaske de Jong (Willemien) en zijn druk bezig om kaas te maken. In het verhaal zijn zij de Oom & Tante.

Het verhaal bij de schoolplaat:

De kaasbereiding

Daar zien we Hein en Mientje weer. Ze zijn niet thuis maar bij oom en tante. Ze hebben namelijk net een broertje gekregen en daarom logeren ze nu een tijdje bij hun oom en tante in Friesland.

Hein en Mientje vinden hun oom en tante heel aardig. Oom gaat vaak met ze naar de stad. Maar vandaag hebben ze daar geen tijd voor. De kaas moet klaar. En Hein en Mientje mogen daar zelfs een handje bij helpen. Mientje stookt dan ook als een brave meid het vuurtje onder de kaasketel, maar Hein eet liever de kaas op en speelt wat met de hond. En Wie zien we daar verder in de kelder aan het werk? Goed gezien, dat is Aaltje. Die komt de kinderen weer ophalen. Maar de trein vertrekt nog niet dus helpt ze nu ook mee. Ze is aan het romen.

Mientje wil graag een mooi groot vuur maken. Maar de melk in de ketel mug maar tussen de 27 en 32°C worden. Als het de juiste temperatuur heeft gooit tante er een beetje kleurstof doorheen om de kaas mooi geel te maken en daarna wat stremsel. Door die stremsel wordt de melk heel dik en stijf. Na ongeveer 45 minuten is de melk voldoende gestremd. Tante heeft een leuk maniertje om te kijken of de melk genoeg is gestremd. Ze steekt de vinger in de melk, buigt hem dan om, en trekt hem dan voorzichtig terug. Als de dik geworden melk dan ineens doorbreekt dan is het in orde. De dik geworden melk heet nu geen melk meer maar wrongel. Tante roert de wrongel net zolang tot het allemaal kleine dobbelsteentjes zijn geworden. Het laatste vocht moet nu uit de wrongel geperst worden.

Ze spant een doek over de platte bak die bovenop de rode kuip staat en schept de wrongel op de doek. Het vocht druipt nu door het doek en de gaten in de platte bak in de kuip. Zodra het niet meer uit zichzelf druipt vouwt tante de doek om de wrongel heen en legt er een steen op om het allerlaatste vocht eruit te persen. Op de plaat kun je zien dat er twee pakjes wrongel onder een steen liggen.

Als er genoeg vocht uitgelekt is mengt tante wat zout en kruiden door de wrongel heen. Oom kruimelt de wrongel heel fijn met de brokkenmolen. Kijk maar, onder uit de molen vallen de kruimels in een bak. De kruimels gaan in een vorm. Een plankje er bovenop en dan kan de kaas geperst worden. Links op de plaat zie je de grote pers staan. Als de kaas drie uur onder de pers gestaan heeft wordt de kaas uit de vorm gehaald en in een katoenen doek gewikkeld. Dan weer in de vorm en onder de pers. Pas de volgende dag mag de kaas weer onder de pers vandaan. Maar is de kaas dan klaar? Nee, de kaas moet dan nog rijpen. Dat duurt nog minstens drie tot vier weken. In die weken moet de kaas elke dag omgedraaid en afgedroogd worden. Anders zou het gaan rotten.

Hein, Mientje en Aaltje krijgen nog een lekkere kaas om mee te nemen naar huis voor dat ze weggaan. Echte Friese kaas!

In 1943 is Jetzes samen met zijn dochter terug gegaan naar Hiddema State. Hij heeft toen in opdracht van de Frico een tweetal prenten gemaakt, waarvan afdrukken zijn geplaatst in het boekwerk “Fan Fryslâns Groun”. In het boek op bladzijden 232 “molkenkelder” en 252 “tsiisherne”.

In de 20e eeuw

Ten tijde van de Tweede Wereldoorlog bood Pieter de Boer (1894-1945) onderdak aan een aantal NBS’ers (Nederlandse Binnenlandse Strijdkrachten). Op 8 februari 1945 zaten o.a. Pieter Jan (Cor) Stavast (1920-1988), Ernst Hendricus (Ab) Rob (1911-1990) en Tjitze (Witte Jaap) van ’t Zet (1920-1966) op Hiddema State. De genoemde heren zijn allen betrokken geweest bij de bevrijding van de Leeuwarder gevangenis op 8 december 1944. Bij de begrafenis van Pieter de Boer op 25 mei 1945 op het Kerkhof van Hempens heeft Pieter Jan Stavast nog gesproken. Stavast was commandant van de NBS. De Boer had tijdens de oorlog meer dan 20 NBS’ers onderdak geboden.

Na het overlijden nam de zoon Betze de Boer in 1945 de boerderij over van zijn vader. In 1960 ontdekte Betze (1926-2002) op het terrein naast de boerderij een gedempt gat met een doorsnee van een meter. Het bleek een 4 meter diepe put te zijn en op de bodem werden acht puntgave kogelpotten uit de twaalfde eeuw gevonden. De potten zijn aan het Fries Museum geschonken.

Vanaf 1987 kwam Hiddema State in handen van zoon Pieter de Boer, de 4e generatie de Boer die mocht gaan Boeren op dit historisch stukje land. Vanwege stadssanering en deels uitgekocht te zijn door de gemeente Leeuwarden is hij in 2000 een Camping en Stalhouderij begonnen. Wie dus wil, kan kamperen op Hiddema State ga hiervoor naar hun website https://www.hiddemastate.nl.

Bronnen:

  • stinseninfriesland.nl
  • dekrantvantoen.nl
  • delpher.nl
  • Boek “de Mannen van de Overval” Hessel de Walle
  • familie Pieter & Nellie de Boer

Krantenartikelen

Your Content Goes Here

Genealogie